Archeologisch onderzoek in de Grote- of St. Bavo in Haarlem
De puzzeltocht naar de contouren van de voorgangers van de Grote- of St. Bavokerk is in de eerste week van februari verder gegaan. Het onderzoek werd voor de derde keer uitgevoerd, en ook nu weer in vijf dagen. Elke keer een paar dagen, dat doen we vooral om het huidige gebruik van de kerk zo min mogelijk te verstoren. Maar ook omdat het onderzoek net als een puzzel is, waarbij we steeds een stukje vinden, het grondig onderzoeken en erover nadenken om daarna weer een puzzelstukje te zoeken en te leggen.
Opgraving bij het Provinciehuis
Op
de open dag bij het Provinciehuis op zaterdag 1 december hebben
archeologen van RAAP en de gemeente Haarlem ‘live’ onderzoek gedaan. Het
publiek was getuige van het onderzoek van een ‘plaggenwaterput’ uit de
IJzertijd (ca. 800 voor Chr.) en een gemetselde waterput uit de 18e
eeuw. Deze film geeft uitleg en een verslag van het onderzoek.
Vondsten uit de oudste waterput
De waterput is opgebouwd uit plaggen. In de put zijn een aantal
vondsten gedaan. Zoals scherven aardewerk (ca. 800 tot 400 v. Ch.) van
bijvoorbeeld kookpotten. En de helft van een weefgewicht. Deze ring van
gebakken klei werd aan de draden van een weefgetouw gehangen om ze strak
te spannen. Van de waterput is op de open dag een lakprofiel of
zandafdruk gemaakt.
Stenen waterput uit de 18e eeuw
De gemetselde waterput bleek te zijn opgevuld met veel kapotte
bakstenen, tegels en dakpannen. Tussen het puin zaten een paar scherven
aardewerk. Een heeft een zogenaamde ‘slibversiering’ en dateert uit 1700
tot 1750. Onder de bakstenen put bleken twee in elkaar staande houten
tonnen te zitten.
We zien deze opbouw vaker: een of twee houten
tonnen (vaak oude wijnvaten) met daarbovenop een gemetselde put. Ook de
houten tonnen waren opgevuld met bakstenen. Op de bodem van de binnenste
ton kwam gelukkig nog een mooie vondst tevoorschijn: een bijna compleet
pijpje van klei met een versiering van een eiermandje en de initialen
“IOH”. Deze pijp is gemaakt door de pijpenmaker Jan Ophuyzen Senior uit
Gorinchem, die pijpen maakte van 1730 tot 1785. Op basis van de vondsten
dateert deze put uit het midden van de 18e eeuw.
Meer waterputten opgegraven
Er zijn meer waterputten in de Griffietuin opgegraven. Daarin veel vondsten, scherven aardewerk en glas, maar ook twee verschillende leren kinderschoentjes en een eierschaal. Uit een andere waterput kwam een pispot uit de 17e eeuw.
Meer weten?
Bekijk dan de film die gemaakt is. Het lakprofiel van de prehistorische waterput is te zien in het bezoekerscentrum van het nieuwe provinciale archeologisch depot in Castricum (opening 2014).
Opgravingen Haarlem Korte en Lange Begijnenstraat
Tussen
1996 en 2000 zijn opgravingen uitgevoerd aan de Korte en Lange
Begijnenstraat in de binnenstad van Haarlem. Tot de sloop in 1996
stonden hier drie historische panden. Tegenwoordig is hier de
Toneelschuur gevestigd. Bij het archeologisch onderzoek zijn vondsten en
bewoningssporen uit de Bronstijd- en IJzertijd aangetroffen. Vanaf de
12e eeuw is deze locatie op de flank van de strandwal permanent bewoond.
De oudste middeleeuwse sporen zijn ontginningsgreppels en paalsporen
van houten gebouwen of andere structuren. In de 13e eeuw wordt het
terrein opgehoogd en verschijnt de eerste bebouwing van baksteen.
Bijzonder is de complete plattegrond van een bakstenen woning met een
L-vormig grondplan uit deze periode. Van deze woning en zijn eventuele
bewoners zijn geen historische gegevens bekend. Historische gegevens
over deze locatie dateren voornamelijk uit de 15e eeuw en later.
Opvallend zijn verder de grote hoeveelheid afvalkuilen die op het
terrein zijn opgegraven. Vanaf omstreeks 1400 verschijnen de eerste
gemetselde beerputten. Deze horen bij de nieuwe woningen die in de 15e
eeuw gebouwd worden. Restanten van deze woningen zijn tot in de 20e eeuw
bewaard gebleven in de drie panden aan de lange Begijnenstraat.
Stadsmuur aan de Kampervest
Bij saneringswerkzaamheden die oktober 2010 plaatsvonden op de Kampervest ter hoogte van huisnummer 23, is een deel van de middeleeuwse stadsmuur gevonden. De stadsmuur kon gevonden worden doordat de saneringswerkzaamheden op advies van het Team Archeologie van de gemeente onder archeologische begeleiding van bureau Hollandia plaatsvonden. Het gevonden bakstenen muurfragment was zo’n twee meter breed en lag op circa twee meter diepte. De onderzijde van de fundering werd niet waargenomen maar ligt in ieder geval dieper dan 2,5 m. Op twee plaatsen werden de resten van poeren gevonden, in de vorm van uitbraaksleuven gevuld met mortel en puin. De poeren stonden haaks op de muur en zijn waarschijnlijk de fundamenten van de bogen. Het gevonden fundament is onderdeel van de tweede stadsmuur van Haarlem. Deze muur werd aan het einde van de 14e eeuw ter bescherming van de nieuwe stadsuitbreiding aan de zuidzijde van de oude stad aangelegd. De stadsmuur aan de Kampervest is bovengronds al omstreeks 1800 gesloopt. Het onderzoek toont aan dat onder de huidige weg (Kampervest) nog belangwekkende resten van de stadsmuur aanwezig zijn. De resten van de stadsmuur zijn na afronding van de saneringswerkzaamheden afgedekt met zand en blijven in de bodem behouden. Bij de voorbereiding van de sanering is nauw samengewerkt tussen Stedelijke Projecten en Team Archeologie van de gemeente. De werkzaamheden zijn uitgevoerd in opdracht van Wijkzaken.