Het bodemarchief van Haarlem is een waardevol bezit en is daarom een wettelijke taak van de gemeente om daar goed voor te zorgen. De gemeente Haarlem heeft daarvoor sinds 1982 een stadsarcheoloog en een archeologisch team in dienst. Alle archeologische vondsten die worden gedaan, mogen niet worden weggegooid. De gemeente heeft daarom een depot waar alle vondsten en alle opgravingsgegevens worden onderzocht en bewaard.
Het depot leent vondsten ook uit aan musea en andere culturele instellingen. Het archeologisch depot is belangrijk voor het duurzaam behouden van alle Haarlemse vondsten en gegevens. Maar het is ook van belang voor raadpleging en onderzoek en kan veel informatie en verhalen prijsgeven over het leven in Haarlem in vroeger eeuwen.
Stadsarcheoloog Anja van Zalinge was te gast bij June tot Twaalf op RN Radio op maandag 1 mei en nam een paar vondsten uit het depot mee om hierover te vertellen.
100.000 Vondsten
Het archeologisch depot Haarlem bevat meer dan 100.000 vondsten: het grootste deel is aardewerk(-scherven), maar er zijn ook bodemmonsters, houten voorwerpen, kloostermoppen, kilo’s dierlijk botmateriaal, menselijke skeletten, leren schoenen, glas, munten, sieraden en complete serviezen. De oudste vondst is 6.000 jaar oud, de jongste 100 jaar.
Een van de vele vondsten betreft deze vrolijk kijkende varkentjes. Ze zijn gemaakt in de 16e-en 17e- eeuw, van witbakkende klei met een groene of gele glazuurlaag. Boven op hun rug is een spleet aangebracht, bedoeld om een munt door te steken. Deze spaarpotjes worden vaak gebroken teruggevonden in de beerput. Echter deze zijn heel gebleven.
Lees meer over deze spaarpotten, muntjes en sparen in vroeger tijden in het nieuwste Erfgoedverhaal ‘Een magazijn vol stadsgeschiedenis‘ (PDF).