Het Huis ter Kleef was als luxe woonverblijf vanzelfsprekend uitgerust met meerdere secreten, die direct uitmondden op de kasteelgracht. Toch zijn tijdens het archeologische onderzoek vele tientallen pispotten gevonden. Ondanks het gemak dat de secreten boden, voorzagen deze potten kennelijk in een bepaalde behoefte (vrij letterlijk). Zo werden ze gebruikt tijdens de nachtelijke aandrang of wanneer het tijdens de wintermaanden onaangenaam koud was op het secreet.
Op een fragment van een oor van zo’n pispot is een merkteken van drie ingekraste lijnen zichtbaar (zie de afbeelding). Dergelijke merken worden wel vaker gevonden, maar dan vrijwel altijd in de context van een gemeenschap die bepaalde faciliteiten deelden. Bijvoorbeeld in een klooster, waar men gezamenlijk de maaltijd gebruikte. Er wordt wel gedacht dat middels een merkteken het eigen bord, of de eigen kookpot kon terugvinden. Een andere verklaring is dat de merktekens een aanduiding waren voor een bepaalde ruimte binnen een gebouwencomplex.
Aangezien deze pispot bij het Huis ter Kleef het enige voorwerp met een ingekrast merk is, zal er geen relatie zijn met een bepaalde ruimte in het kasteel. Daarnaast zal de ordening van een gemeenschap in een klooster heel anders zijn geweest dan in een kasteel, dus het is niet erg aannemelijk dat op deze manier individueel bezit werd gemarkeerd. Wat wél zou kunnen, is dat het merkteken de gebruiker niet identificeert bij naam, maar bij een specifieke hygiënemaatregel. De pispot kan dan zijn gebruikt door iemand met een (besmettelijke) ziekte. Zo werd voorkomen dat de pot van een zieke na het legen door een ander werd gebruikt.”